Ecole De NancyEcole De Nancy
©Ecole De Nancy|Regine Datin

School van Nancy

In 1871 installeren veel ‘optants’ (uit de door de Duitsers geannexeerde contreien gevluchte Fransen) zich in Nancy. Deze nieuwe groep kunstenaars, industriëlen, investeerders en weldoeners vinden hun plaats in de kringen van gelijkgestemden van de stad. Gallé, Majorelle, Prouvé, de gebroeders Daum, Gruber, André, Weissenburger (en vele anderen) halen op talentvolle, creatieve en originele wijze hun inspiratie uit de plaatselijke flora. Ze voelen zich ook sterk verwant met de sociale en politieke actualiteit van hun tijd. In 1901 richt Emile Gallé met zijn vrienden, collega’s en concurrenten de ‘Alliance Provenciale des Industrie d’Art’ op, beter bekend onder de naam School van Nancy.

 

Ambachten en kunstindustrie

De leden van de School van Nancy, kunstenaars en industriëlen, maken uitzonderlijke stukken, vaak in zeer kleine oplagen (de zogenaamde rijke series). Ze werken onder het motto ‘kunst in alles, kunst voor allen’ en passen hun stukken (lijnen, eenvoudige materialen en technieken) zoveel mogelijk aan op een massaproductie tegen lage kosten, dus voor elke portemonnee.

Invloeden

Architectuur, meubels, glaswerk, de natuur is overal. ‘Ma racine est au fond du bois’ (Ik wortel in hart van het bos) graveerde Majorelle op de toegang tot de werkplaats van Gallé (nu te zien in de tuin van het Museum van de School van Nancy).

De ziel van de beweging Emile Gallé, opgeleid als botanist, vindt zijn grote inspiratiebronnen in de natuur. Hij legt een tuin aan tegen zijn werkplaats La Garenne, zodat zijn arbeiders ‘de echtheid van de lijnen kunnen vaststellen’. Antonin Daum daarentegen laat zijn verbeelding de vrije loop.

Japan heeft ook een sterke invloed op de kunstenaars van de School van Nancy. De kunstenaars van de School van Nancy putten uit dezelfde inspiratiebronnen als Japanse kunstenaars, een land dat zich op dat moment schoorvoetend opent voor het westen. In veel meesterwerken zijn deze invloeden uit het Verre Oosten duidelijk zichtbaar. Dit verklaart onder meer de sterke aantrekkingskracht die de beweging uitoefent op het Japanse publiek (Nancy is populair bij Japanse bezoekers).

Internationale bekendheid 

Dankzij de School van Nancy – meer uitgesproken en gewaagder dan de andere art-nouveau- en jugendstilstromingen die rond 1880 in andere landen het daglicht zagen – en de aparte personaliteiten van de kunstenaars staat Nancy in het begin van de 20e eeuw hoog op de lijst van vooraanstaande kunststeden zoals Parijs en Brussel. In Nancy vormen de elegante lijnen van de art nouveau een behoorlijk deel van het stadsbeeld. Het hele erfgoed is in perfecte staat van bewaring, naar het voorbeeld van het Museum van de School. Nancy is aangesloten bij het in 1999 opgerichte netwerk van art-nouveausteden ‘Réseau Art Nouveau Network’ voor de instandhouding van dit verbazingwekkende erfgoed. Nancy is ook een van de steden aan de culturele ‘Route Art Nouveau’. Nancy ademt art nouveau. Loop er niet aan voorbij!

Museum van de School van Nancy

Wist je dat het Museum van de School van Nancy als enige ter wereld geheel gewijd is aan deze unieke kunststroming? Sinds 1963 komen er bezoekers uit alle hoeken van de wereld. Het museum is gehuisvest in de woning van de Eugène Corbin, een weldoener die in het begin van de 20e eeuw de School van Nancy rijkelijk sponsorde en promootte. Het museum bezit een indrukwekkende collectie meubilair en is ingericht als een woning uit die dagen. De collectie bevat enkele uitzonderlijke, unieke museumstukken en een zeer fraaie glascollectie van Emile Gallé, omgeven door een betoverende een tuin.

De collecties

  • De diversiteit van de technieken die de kunstenaars van de School van Nancy beheersten, strookt alleen met hun talenten. De collecties bevatten meubels, kunstvoorwerpen, glaswerk, glas-in-lood, leer, keramiek, textiel.
  • Het museum probeert zo nauwkeurig mogelijk de sfeer van die tijd te weerspiegelen. De eetkamer Masson, werk van Eugène Vallin, is vrijwel compleet. Bekijk ook het bed ‘Aube et crépuscule’ (Dageraad en schemering) en de buitengewoon fraaie amfora van Koning Salomon (van Emile Gallé in de context van de Dreyfuss-affaire).
  • Op de begane grond illustreert een mooie glascollectie van Emile Gallé de technische staaltjes van de meester en de naturalistische inspiratie van de School van Nancy.

Tuin van het museum en Aquarium

De tuin geeft alle plantaardige sferen van het begin van de 20e eeuw weer. Je komt er een aantal leuke verrassingen tegen: een ‘aquarium’ (historisch monument), een voor de werkplaats van Emile Gallé gemaakte deur en een grafmonument.

Enkele woorden over dit originele ‘aquarium’: tegen 1904 laat Eugène Corbin – die dit pand als weekendhuis had – door architect Lucien Weissenburger een rond tuinhuisje bouwen, een soort ‘lusthof’ uit de 18e eeuw, met daarin een aquarium. Het dak in de vorm van een parasol getuigt van de Japanse inspiratie. De deur en de bovenramen zijn voorzien van glas-in-loodwerk van Jacques Gruber. In dit tuinhuisje zijn de vissen vanaf de begane grond te zien. Het tuinhuisje is slechts zelden van binnen te bezichtigen, maar de buitenkant alleen al is zeker de moeite waard!

Sluiten